Hooge en Lage Mierde (gemeente Reusel-De Mierden)
Zie ook Reusel.
Brouwerijen in 1794 bron: Breughel - Beschreeve Staat van de Meijerij |
---|
Hogemierden: Er zijn drie Brouwerijen, waar van er twee zeldsaam, en de Derde nu en dan Wit Bier brouwen. |
Hulsel: Er is één Brouwerije waar ineens of tweemaal 's jaars wit Bier (Dun bier) gebrouwen word. |
Lagemierden: Er zijn drie Brouwerijen waar van 2 in 't geheel, en de derde nu en dan wat wit Bier brouwt. |
Brouwerijen in 1816 bron: Brugmans - Statistieken van de Nederlandse nijverheid uit de eerste helft der 19e eeuw | ||
---|---|---|
1 brouwerij met 1 werknemer. | ||
Voormalige staat: | Over 40 jaren bestonden er in de gemeente 7 werkende brouwerijen. | |
Huidige staat: | Thans een, die om de 14 dagen 7 tonnen bier maakt. | |
Consumptie: | Gemeente. |
Brouwerijen vanaf 1900 bron: Friedrich - Brauereiverzeichnis Niederlande (1997) | ||
---|---|---|
Geen gegevens bekend |
Brouwers in Hooge en Lage Mierde
Het brouwambacht is in Hooge en Lage Mierden en Hulsel al lang geleden tot een einde gekomen, in ieder geval zijn er aan het einde van de 19e eeuw géén brouwerijen meer aanwezig. In 1816 was er nog één brouwerij met 1 werknemer, waar om de 14 dagen 7 tonnen bier worden gemaakt, ongeveer 1100 liter. Volgens dezelfde bron waren er veertig jaren eerder zeven werkende brouwerijen. Dit komt overeen met gegevens van bovengenoemde bron uit 1794.
De laatste brouwer
De brouwerij in Hooge Mierde die in 1794 regelmatig wit bier afleverde was die van Willem Huybregts, één van de rijkste mensen van het dorp. Willem werd opgevolgd door zijn zoon Wouter, maar toen deze en zijn echtgenote kort na elkaar stierven, kwam hun oudste dochter Trees aan het hoofd van de brouwerij te staan, ze was toen nog maar net 21. Samen met haar nog veel jongere broer Hubert poogde ze de zaak draaiende te houden en door haar huwelijk met ene Jan Antonius kon de brouwerij worden voortgezet. Zij hadden echter geen opvolger en de brouwerij is een aflopende zaak geworden. In 1862 noemt Jan Antonius zich nog brouwer, in 1870 niet meer. De grote natuurstenen put bij café de Zwaan was de laatste herinnering aan het brouwverleden van de Mierden.
Terug naar de Middeleeuwen
Toch moeten de Mierden tegen het einde van de Middeleeuwen van enige betekenis zijn geweest op het gebied van de bierbereiding, getuige het feit dat de dorpen Hoog, Lage Mierde en Hulsel in 1502 het recht van gruit kochten ten behoeve van hun inwoners. Dit gaf hen het recht om bier te mogen bereiden.
Gruit was een mengsel van kruiden en werd gebruikt voordat de hop in zwang kwam. Het belangrijkste bestanddeel van gruit is gagel, dat in ruime mate in de streek voorkwam, getuige het toponiem "Gagelvelden" dat tot 1625 in de gemeente voorkwam.
Rond 1650 waren er in Hooge Mierden zeker twee brouwerijen, de eerste gelegen in de Hoogstraat, de tweede in Kuilenrode. De brouwerijen waren eigendom van de brouwers Wittens en Mertens, beide hadden tevens een herberg.
Het waren woelige tijden in deze streek, want de Franse, Spaanse en Oranjegezinde troepen overspoelden het land. Op de ochtend van 18 juni 1676 kwamen dertig Franse soldaten te voet het dorp in en gingen naar de herberg van Jan Wittens. Hij bediende zijn gasten royaal, maar vroeg zijn gasten toch te vertrekken omdat er een veel groter onderdeel Staatse troepen in het dorp aanwezig was. De Fransen waren echter niet bang en bleven zitten.
Inmiddels hadden de soldaten van de prins lucht gekregen van het Franse bezoek en zij trokken op naar de herberg en zetten meteen de aanval in. Het pand werd omsingeld, in brand gestoken en het gezin Wittens kon ternauwernood het vege lijf redden. Jan was "tot totale ruine gecoomen".
Hij wilde de brouwerij weer spoedig opbouwen en verzocht om schadevergoeding bij het dorpsbestuur. Dit werd afgewezen omdat men niet bij machte was krediet te verkrijgen door een eerdere grote schade aangericht door drie regimentsen Spaanse soldaten. Jan kreeg het kapitaal toch bij elkaar door eerder uitgeleend terug te vorderen.
Na de dood van Jan Wittens in 1704 kwam de brouwerij toe aan de jongste zoon Jacobus. Hij woonde in Postel en had blijkbaar geen belangstelling voor de brouwerij, want hij verhuurde deze meteen aan zijn zuster Hendrina en haar echtgenoot Lambert van Boorne. Brouwerij Wittens gaat vanaf nu verder in de familie van Boorne.
De andere brouwerij in deze tijd is in handen van Marten Jacob Mertens in Kuilenrode. Na het overlijden van Marten en zijn echtgenote Maria Jans Verspreeuwel, werd de brouwerij toegewezen aan hun jongste zoon Steven. Hij trouwde in 1695, waardoor het voortbestaan van de brouwerij was verzekerd.
Artikel met dank aan Harrie de Leijer van Bierbrouwerij De Roos
Meer lezen over Hooge en Lage Mierde
- Brouwerijen, Tapperijen en Vechterijen in de 17e eeuw
Ton Moeskops-van Gisbergen en Riny Rovers-Swaanen
Verschenen in: Steen voor steen, Heemkundetijdschrift Hooge Mierde - Lage Mierde - Hulsel
Heemkundegroep De Mierden, Hooge Mierde
1997 - nummer 5 - mei